Het idee om een kruisweg te gaan schilderen hield mij al lang bezig, maar om aan zo'n groot en moeilijk project te beginnen boezemde mij toch de nodige vrees in. Het maken van een kruisweg was een van de doelen in mijn leven. Op dinsdag 21 oktober 2003 ben ik hieraan begonnen.

uit 2003 tot 2005 (klik op de afbeelding om het werk groter te bekijken)
stuur een bericht naar de kunstenaar

Statie 1

2003

Eerste statie: Jezus staat te midden van twee soldaten. Hij staat daar nog fier en kijkt met grote ogen voor zich uit. Gekleed in een soort driekwart broek en wit overhemd staat Jezus op blote voeten voor Pilatus.

Statie 2

2003

Tweede statie: Jezus heeft zijn kruis aanvaard, de tocht naar de Calvarieberg is begonnen. Langs de kant van de weg staan twee vrouwen en kijken stoïcijns met een harde blik naar die vreemde man die hen passeert.

Statie 3

2004

Hier ziet u de derde statie, de eerste val van Jezus onder het kruis.

Statie vier

2005

In de vierde statie ontmoet Maria haar zoon Jezus op weg naar Gogholta, waar hij de kruisdood zal sterven.

Statie 5

2004

Vijfde statie: Simon van Cyrene helpt Jezus het kruis te dragen. Hij kijkt schichtig, zo van 'moet ik dat nou doen?' Simon keert net terug van het land, is nog in werkkleding gehuld. Sterk als een beer pakt hij met zijn grote handen het kruis vast en helpt Jezus met tegenzin. Hij is op klompen.

Statie 6

2004

Zesde statie: Een vrouw (Veronica) droogt Jezus aangezicht. Jezus draagt met grote moeite het zware kruis, dat naar mate de tocht langer duurt, als een loden last op zijn schouders rust. Jezus is zwaar getekend.

Statie 7

2004

Zevende statie: Jezus valt voor de tweede maal onder het kruis. Zijn krachten vloeien steeds verder uit Jezus weg. Uitgeput valt hij onder het kruis tegen de grond. Simon van Cyrene is nu wel bereid om te helpen en met zijn stevige handen trekt hij het kruis van de vermoeide Jezus, zodat deze niet vermorzeld wordt onder de zware last van het kruis.

Statie 8

2004

Achtste statie: Jezus wordt door Simon van Cyrene en drie jonge vrouwen geholpen het kruis te dragen. Deze jonge vrouwen kunnen het niet langer aanzien, dat niemand een hand uitsteekt om Jezus te helpen. Ook in onze tijd zijn er gelukkig nog mensen die zich het lot van medemensen aantrekken en te hulp schieten. Zo heeft Jezus het bedoeld om te leven.

Statie 9

2004

Negende statie: Jezus valt hier voor de derde maal, hij is dodelijk vermoeid en stort neer onder het zware kruis. Jezus schreeuwt het uit van de pijn. Zijn gezicht is verwrongen van pijn. Het zware kruis dreigt Jezus te verpletteren. Met zijn linkerhand tracht Jezus nog het kruis van zich af te duwen, maar zonder de hulp van Simon van Cyrene zou hem dat nooit zijn gelukt.

Statie 10

2004

Tiende statie: Jezus wordt beroofd van zijn kleren. De beulen rukken hem zijn overhemd van het lijf. Een van de twee, de rechtse beul (als u er voor staat) legt zijn hoofd tegen Jezus aan. Hij is begaan met Jezus lot en voert met tegenzin uit wat hem is opgedragen. Ook dat is van alle tijden!

Statie 11

2004

Elfde statie: Op deze elfde statie wordt Jezus door twee beulen aan het kruis genageld. Links is een van de beulen bezig Jezus een grote spijker door zijn hand te slaan. Met een van pijn verwrongen gezicht ondergaat Jezus deze gruweldaad. Het zal nu niet lang meer duren of Jezus zal de kruisdood sterven.

Statie 12

2004

Twaalfde statie: Jezus is stervend. Zijn hoofd hangt voorover. Dan richt hij zich op en roept: 'Ik heb dorst!' Een soldaat laat hem drinken van een spons die in azijn is gedoopt. Dan roept Jezus luid: 'Vader het is volbracht!'

Statie 13

2004

Dertiende statie: Aan het lijden van Jezus is een einde gekomen. Reeds uren is de dood ingetreden. Vrienden hebben uiteindelijk het ontzielde lichaam van Jezus van het kruis genomen. Voorzichtig dragen zij Jezus. Zij kunnen het nog niet bevatten dat hun meester en grote vriend zo aan het kruis moest sterven.

Statie 14

2004

Veertiende statie: Maria en Veronica, geholpen door een van de trouwe navolgers van Jezus, hebben het lichaam overgenomen van de drie vrienden en dragen de dode Jezus naar het graf, zijn laatste rustplaats. Althans dat denken zij. De derde dag, zoals hij had voorzegd, vonden zijn geliefden een leeg graf. Hij was verrezen!